De Handelshuurwet heeft tot doel de uitbating van een handelszaak in een gehuurd onroerend goed te beschermen.

De meeste bepalingen van de Handelshuurwet zijn van dwingend recht, wat betekent dat de partijen daarvan niet kunnen afwijken in de huurovereenkomst.

De toepassing van de Handelshuurwet heeft onder meer tot gevolg dat:

  • een verplichte minimumduur van 9 jaar geldt
  • een voortijdige beëindiging slechts mogelijk is in de wettelijk omschreven gevallen
  • een recht op huurhernieuwing bestaat in hoofde van de huurder voor een nieuwe duur van 9 jaar (en dit tot driemaal toe). De verhuurder kan dit recht op huurhernieuwing enkel weigeren in welbepaalde wettelijk omschreven gevallen en mits betaling (in bepaalde gevallen) van een uitzettingsvergoeding.

De Handelshuurwet is van toepassing op 1) de huur van onroerende goederen 2) die hoofdzakelijk en in onderling akkoord gebruikt worden voor een kleinhandel of ambacht 3) die in rechtstreeks contact staat met het publiek.

De huur van onroerende goederen

De Handelshuurwet is enkel van toepassing op de huur van onroerende goederen en niet op de huur van roerende goederen, zoals bijvoorbeeld een mobiele frituur, kermisattracties of tenten die niet als onroerend kunnen worden beschouwd.

Zowel de verhuur van bebouwde als onbebouwde onroerende goederen kan het voorwerp uitmaken van een handelshuurovereenkomst.

Zo kan de Handelshuurwet van toepassing zijn op de verhuur van een terrein om er op vaste basis een fruitkraam of mobiele frituur op te plaatsen of op de verhuur van een terrein voor uitbating als sportterrein.

Hoofdzakelijk en in onderling akkoord gebruikt voor een kleinhandel of ambacht

Van een hoofdzakelijk gebruik voor een kleinhandel is sprake wanneer de huurder goederen en/of diensten levert in het gehuurde goed aan het publiek.

Het gaat bijvoorbeeld over de uitbating van een grootwarenhuis, restaurant, verhuurmaatschappij van producten (fietsen, muziekinstrumenten, etc.), fitness, zwembad, minigolf, bankkantoor, bioscoop, etc.

Worden niet als een kleinhandel beschouwd: de huur van een lokaal als opslagplaats, het aanbieden van medische diensten (ziekenhuizen, dokters, kinesisten, etc.), de loutere huur van garageboxen, het huren van een kantoor voor louter administratieve diensten (zonder contact met het publiek), de diensten van vrije beroepers (artsen, advocaten en architecten).

Onder het gebruik voor een ambacht wordt doorgaans een manuele activiteit begrepen waarvoor een zekere knowhow vereist is. Denk bijvoorbeeld aan kleermakers, juweliers, kappers, schoenmakers, garagisten, etc.

Het gebruik voor een kleinhandel of ambachtsbedrijf moet bij aanvang, uitdrukkelijk of stilzwijgend, door de partijen zijn overeengekomen. Wil de huurder het pand pas in de loop van de overeenkomst voor een kleinhandel of ambacht gebruiken, dan moeten de partijen daarover uitdrukkelijk akkoord gaan. Een stilzwijgend akkoord of een louter gedogen door de verhuurder (de afwezigheid van protest) volstaat in dat geval niet.

In rechtstreeks contact met het publiek

De Handelshuurwet is enkel van toepassing voor zover in het gehuurde goed een rechtstreeks contact tussen de kleinhandelaar/ambachtsman en de klant tot stand komt.

Deze voorwaarde volgt rechtstreeks uit het doel van de wet: de bescherming van de handelszaak die voor de opbouw en het behoud van haar cliënteel sterk afhankelijk is van haar locatie (het gehuurde goed). De locatiegevoeligheid wordt door de Handelshuurwet beschermd.

Indien in het gehuurde goed geen contact tussen de handelaar/ambachtsman en de klant tot stand komt, is de locatie van de handelszaak veel minder van belang waardoor er minder noodzaak aan bescherming is.

Het criterium is dus de vraag of een klantenbestand wordt opgebouwd verbonden aan de gehuurde lokalen.

Een louter occasioneel/sporadisch contact met het publiek volstaat niet. Het gehuurde goed moet systematisch voor het publiek toegankelijk zijn.

Het volstaat dat in het gehuurde goed een eerste contact met het publiek plaatsvindt, waarna de overeenkomst met de klant desgevallend op een andere locatie wordt gesloten of de diensten op een andere locatie worden geleverd.

Er is ook geen permanente aanwezigheid van de kleinhandelaar/ambachtsman vereist. Zo is de Handelshuurwet ook van toepassing op de verhuur van een volautomatische carwash of tankstation, een geautomatiseerde fitnessruimte, etc.

In een aantal gevallen is de Handelshuurwet niet van toepassing

Er zijn ten slotte een aantal gevallen waarin de Handelshuurwet niet van toepassing is, niettegenstaande aan de bovenvermelde toepassingsvoorwaarden is voldaan.

Het betreft de kortetermijnhandelshuur (voor maximum 1 jaar), de huur van onroerende goederen vrijgesteld van onroerende voorheffing (zoals bijvoorbeeld goederen bestemd voor het uitoefenen van een openbare eredienst, rusthuizen, liefdadigheidsinstelling, etc.), een huurovereenkomst gesloten door een voorlopig bewindvoerder, de huur van onroerende goederen met een gering kadastraal inkomen en goederen ten algemenen nutte onteigend.

Advocaat nodig?

Het is belangrijk om bij het huren/verhuren van een onroerend goed stil te staan bij de vraag of de huurovereenkomst gekwalificeerd kan worden als een handelshuur. In het positieve geval, is immers een heel specifiek en dwingend wettelijk kader van toepassing. Als huurder geniet uw handelszaak onder de Handelshuurwet een bijzondere wettelijke bescherming. Als verhuurder is het belangrijk rekening te houden met deze wettelijke bescherming, teneinde nadelige financiële gevolgen te vermijden.

Heeft u vragen over de regelgeving inzake handelshuur? Aarzel dan niet om ons te contacteren.

Neem contact op met Elisah